Ezelsbruggetjes voor het vak Nederlands

Ezelsbruggetjes voor het onderscheid tussen klinkers en medeklinkers, en veel meer..

Gisteren hoorDe ik een D, dus ik heb goed gehoorD.

Uitleg tekenen: "Gisteren ... ik een huis." tekenDe --> je hoort een D, dus je schrijft een D missen: "Gisteren ... ik mijn bus." misTe --> je
Lees verder...

Hoe weet je nou of jouw broek met of zonder een w is? Vul ‘u’ in!

Uitleg Het is jouw broek omdat het ook uw broek is. Het is ik houd van jou omdat het ook ik houd van u is.
Lees verder...

spelling van interessant: 1 rok, twee sokken

Uitleg Als je niet goed kunt onthouden op welke manier je interessant hoort te schrijven, dan kun je aan kledingstukken denken: 1 rok en 2 sokken. 1
Lees verder...

Gebiedende wijs met DT?

Uitleg De gebiedende wijs krijgt zelden een T. Toch zie je vaak "BIEDT hier je spullen aan" of "VERMELDT hier je adres". In beide gevallen staat er
Lees verder...

Is het nou è of é

Uitleg Als er staat è, dan remt het streepje af, dus dan spreek je het kort uit Maar staat er é , dat gaat het streepje mee, dus spreek je het als
Lees verder...

4 l-en voor een frank.

Uitleg Parallellogram wordt met 4x een l geschreven.
Lees verder...

Ik drink NOOIT “T”

Alternatieven ik krijg nooit thee, maar jij krijgt wel thee, behalve als je te laat komt, dan krijg je ook geen t Uitleg Schrijf ik de
Lees verder...

de smurfentruc

Uitleg Voor de vervoeging van een werkwoord in de o.t.t., kun je weten of je een t bij de stam schrijft door het werkwoord te vervangen door de
Lees verder...

-nk zitten samen op de bank, er mag niemand tussen, anders kunnen ze niet kussen.

Uitleg Kinderen schrijven graag een g tussen de -nk, of voegen bij -ng een k bij.
Lees verder...

op Cyprus verkoopt men Citroenen voor 1 Cent

Alternatieven Bij cent en citroen is er niets te doen Voor 'cen' en 'citroen' niets te doen! Uitleg C als S uitspreken als de C gevolgd
Lees verder...

Is het nou ng of gn

Uitleg Als je schrijft gn ben je Geen Nederlander, dus is het ng
Lees verder...

Staat er in de tegenwoordige tijd een -d of een -t, dan komen er in de verleden tijd altijd twee!

Uitleg Ezelsbrug voor het onthouden van: een of twee D's of T's in de verleden tijd zwichten - hij zwichtte hoeden - hij hoedde
Lees verder...