Uitleg
Denk bij het eerste rangtelwoord aan de premier, een uitzonderlijke positie omdat het er maar een eerste minister is.
Premier = eerste minister.
Ook interessant:
- Zijn, wo(o)rden, blijven schijnen, heten, lijken, blijken dunken en voorkomen
- De commissaris is een Machtig Man die Snel Schiet
- Gisteren hoorDe ik een D, dus ik heb goed gehoorD.
- Weet je niet of een voltooid deelwoord een d of een t heeft, maak er dan een bijvoeglijk naamwoord van, dan hoor je het.
- Mijnheer WILLEN heeft een eigen wil: hij wil geen ’t’.
Hier kun je je reactie plaatsen