Uitleg
In het duits is het DIE stimmung, DIE leistung en DIE arbeit
Vrouwen zorgen voor de stemming en voor de prestaties, zij moeten werken
Ook interessant:
- wer = wie en wie =hoe, zeg me wo koop jij een koe.
- an auf hinter in neben uber unter vor zwischen stehen in dem 4. Fall wenn man fragen kann wohin?
- op de rijm van ‘altijd is kortjakje ziek’:
- Das Amt, Bad, Band, Bild, Blatt, Brett, Buch, Dach, Denkmal, Dorf, Ei, Fach, Fass, Feld, Geld, Glas, Glied, Gras, Grab, Gut, Haupt, Haus, Holz, Horn, Huhn, Kalb, Kind, Kleid, Korn, Kraut, Lamm, Land, Licht, Lied, Loch, Nest, Rad, Rind, Schild, Schloss, Schwert, Tal, Tuch, Volk, Weib, Wort
- Meermin
Hier kun je je reactie plaatsen